interview met Anne-Wil Blankers

Anne-Wil Blankers met Edwin de Vries in Trouw

‘Ik ben die geluksvogel …'

Een getalenteerde dichteres geeft haar carrière op om die van haar man te ondersteunen en hun dochter op te voeden. Na 32 jaar huwelijk verlaat hij haar voor een veel jongere vrouw. Het is een bekend verhaal, dat al op talloze manieren is beschreven. Toch weet de Australische schrijfster Joanna Murray-Smith daar een nieuwe, boeiende, eigentijdse visie aan toe te voegen. Trouw was al een succes in Londen en op Broadway. Dit scherpe drama is nu, met Anne-Wil Blankers en Edwin de Vries, ook in Nederland te zien.

‘Officieel ga ik na dit stuk met pensioen (ik word 65 dit najaar) maar ik heb nog een contract getekend voor drie jaar. Ik wil voorlopig niet stoppen met toneelspelen. Ik denk dat deze liefde nooit overgaat. Bezig zijn met een rol is alsof ik iemand ontmoet die iknog niet ken. Iemand die me intrigeert en die ik beter wil leren kennen. Dat geldt ook weer voor Lieve in Trouw . Bedrog is misschien niet het meest originele thema maar het stuk is zo mooi en scherp geschreven. Hoe het personage de klappen incasseert, is zo boeiend dat het toch weer nieuw is. Als kijker maak je de bominslagen mee. Ze gooien niet met het servies maar datgene wat wordt gezegd komt harder aan. Ik ervaar het maken van een stuk altijd heel intens. Ik stel me voor hoe het voor die vrouw is, hoe ze zich voelt en bedenk me hoe ze reageert op wat de tegenspelers zeggen. Het is fascinerend om te zien hoe sterk ze de ene keer is en hoe zwak ze op andere momenten kan zijn. Ik denk me gek over dit stuk. Wat zou het ‘groots' zijn om tegen die man te zeggen: ‘Raas maar uit, doe maar wat je wil. Kom maar weer terug als je je wilde haren kwijt bent, wat kan mij het schelen.' Maar wie kan dat, wie is zo sterk? Ik leer heel veel van stukken en hoop ook dat het publiek er wat van oppikt. Dat mensen zich gewaarschuwd voelen of dat mensen denken, goh, zo kun je er dus ook op reageren of zo kun je er ook mee omgaan. Ik vind het prettig als er van tijd tot tijd stukken bij zijn die invloed hebben op mensen. Het is toch al zo'n vluchtig vak. Je werkt keihard aan een stuk, gaat op tournee, speelt het 100 keer en dan is het weg. Het leeft alleen nog voort in je herinnering. Het is dan wel een prettige gedachte dat een stuk iets nalaat bij mensen. Al is een bijspel waarbij mensen zich wezenloos lachen natuurlijk ook waardevol.'

‘Waar ik trots op ben, kan ik niet zeggen. Dankbaar ben ik wel. Dankbaar dat ik me heb kunnen ontwikkelen zoals ik me heb kunnen ontwikkelen. Ik kom uit een gezin waar beroemd worden heel ver van je bed stond. Ik heb Schoevers gedaan en werd secretaresse. Toen kwam ik bij een amateurtheatergezelschap, MagnaPete, terecht waar ik eerst een klein rolletje en daarna steeds grotere rollen speelde. De regisseur, Stije van Brandenberg, zei me dat ik naar de Toneelschool moest. Mijn ouders vonden dat maar niks. ‘Dan ga ik wel als ik eenentwintig ben', zei ik tegen mijn vader. Waarop mijn vader zei: ‘Dan moet het nu maar'. Toen ik eenmaal drie maanden op de toneelschool zat, dacht ik: ‘hier ga ik nooit meer weg.' Na de toneelschool kreeg ik al heel snel mooie rollen. Mijn ouders zaten te stralen in de zaal. Dat was het mooiste cadeau aan mijn ouders. Ik ben heel gelukkig geworden door dit vak. Het is een enorme vervulling in mijn leven. Het is ook een vak dat je heel erg in beslag neemt. Ik heb soms wel het idee dat ik wat heb gemist met mijn kinderen. Al had ik het allemaal heel goed geregeld. Ik was een pietje precies. We hadden altijd een oppas thuis, waar de kinderen zich geborgen bij voelden. Die was dan dag en nacht bij ons. Mijn man was ook heel geëmancipeerd voor die tijd. Hij kookte en regelde het huishouden als dat nodig was. Mijn man en ik zijn bijna vijftig jaar samen. Dat is een heel vertrouwd gevoel, ook al kan ik hem soms wel schieten, en hij mij. Mijn oudste zoon is alweer bijna veertig. Hij zit ook in het vak, Christo van Klaveren. Ik heb het nooit echt gestimuleerd. Het is toch een vak met veel teleurstellingen, dat zie ik om me heen.

Ik ben die geluksvogel maar het kan ook anders gaan dan je droomt. Maar het gaat ‘m goed. Hij speelt nu in de musical Crazy for you . Onze jongste zoon Diederick woont nog bij ons. We genieten met elkaar van Friesland en Frankrijk. In mijn vak is je talent een geluk, geen verdienste. Voeg daarbij toewijding en discipline, dan kan het wat worden. Je moet het waard zijn dat mensen je vertrouwen geven. Met bewondering kijk ik naar Ariane Schluter, Fedja van Huet, Gijs Scholten van Asschat, Peter Blok, Pierre Bokma. Maar ook Carice van Houten vind ik vind prachtig. Talent en persoonlijkheid, dat is het! Als je je vak verstaat en je iets bijzonders uitstraalt, dan krijgt het een dubbele werking.

Wat ik thuis doe? (lacht) Ik ben een beetje saai thuis. Ik lees, ik ontspan, kijk televisie, zoek goede programma's uit en maak mijn huis op orde. Ik ben veertien keer verhuisd en ik richt graag mijn nest in. Alles mooi in stijl en op kleur. Ik woon nu in Friesland in een huis aan het water. Daar ben ik heel gelukkig. Met de boot het meer op, ankertje uit en dan dobberen… in de zon. Het water is zo fris. Het geeft me nieuwe energie. Even weg van alles.'

Mike Vermeer