door Bert Jansma
Het Nationale Toneel met 'Ivanov' van Anton Tsjechov. Regie: Johan Doesburg. Decor: Tom Schenk. Muziek: Harry de Wit. Met Mark Rietman, Stefan de Walle, Marie-Louise Stheins, Hans Hoes, Dries Vanhegen, Manoushka Kraal, Vincent Linthorst, Pauline Greidanus e.a. Première: 6 november, Koninklijke Schouwburg, Den Haag.
'Ivanov', het eerste toneelstuk van Anton Tsjechov, honderd jaar geleden overleden. Hij schreef het toen hij 27 was.
Johan Doesburg regisseert het bij Het Nationale Toneel: 'De hypocrisie van de groep in dit stuk vind ik verbijsterend.'Een van de eerste kritieken op het werk van een jonge Russische schrijver in december 1879 luidde: 'Lang niet slecht. Uw inzending plaatsen we. Uw verdere heldendaden hebben onze zegen'.
Aanleiding was het verhaal 'Brief aan een geleerde buurman', de tekst kwam van de redactie van het Peterburgse blad 'Libelle' en de jonge held om wie het ging heette Tsjechov, Anton Pavlovitsj, honderd jaar geleden overleden.
In 1987, acht jaar later, had de toen 27 jarige Tsjechov zijn eerste toneelstuk klaar, 'Ivanov', dat nu bij Het Nationale Toneel onder regie van Johan Doesburg een nieuwe enscenering krijgt. Het eerste uit een serie van vijf wereldberoemde stukken: 'De meeuw', 'Drie zusters', 'Oom Wanja' en 'De kersentuin'.
Na zijn dood is uit de kluis van zijn zuster Masja nog een onaf manuscript gevonden dat hier bekend werd als 'Platonov' en natuurlijk waren er de eenakters plus, daarvoor, nog allerlei theatrale vingeroefeningen waar we alleen via-via iets van weten. Zoals een drama met paardendieven, schietpartijen en een vrouw die zich onder de trein werpt, een stuk dat zijn broer Michael voor hem in het net moest schrijven en waarover deze later zei dat het hem daarbij 'koud over de rug liep'.
Maar 'Ivanov' wordt Tsjechovs eerste, grote première. December 1887 in het Moskouse Korsj theater. Er wordt na afloop geklapt maar ook gefloten en gesist. Er ontstaat beroering en het verhaal gaat dat de politie het theater moet ontruimen. Kan slechter voor een debuut. En Tsjechov schreef 'Ivanov' nog wel in veertien dagen: "Ik ging in bed liggen om te slapen, bedacht het thema en ben gaan schrijven. Ik heb er twee weken aan gewerkt, of eerlijk gezegd, tien dagen, want in die twee weken heb ik een aantal dagen aan iets anders gewerkt", noteerde Tsjechov in een brief in 1887.
Ommekeer
Het stuk betekende een ommekeer. Tsjechovs manier van schrijven, zijn houding ten opzichte van zijn personages en vooral die held die eerder een antiheld was. Nieuw voor Rusland, nieuw voor de wereld. De kranten hadden het moeilijk met uit te leggen wat voor karakter die Ivanov eigenlijk was. Rusland zat in een overgangsperiode, leefde met de herinnering aan de gouden eeuw van schrijvers die er niet meer waren, Poesjkin, Gogolj, Dostojevski, Toergenjev... Mannen met een wereldbeschouwing. En die had Tsjechov volgens zijn criticasters níet. 'Onder Tsjechovs handen stierf alles', schreef de filosoof Sjestov. Onze Karel van het Reve zei het anders, paradoxaler en genuanceerder: "Niemand is zo aardig voor zijn helden als Tsjechov. Niemand ontneemt ze zo meedogenloos alle mogelijkheden tot geluk." En tijdens zijn leven moest collega Maxim Gorki Tsjechov zelfs te hulp snellen met een artikel over zijn werk: 'Tsjechov heeft iets dat meer is dan een wereldbeschouwing – hij beheerst zijn opvatting over het leven en staat er daarom ook boven. Hij licht de verveling toe, z'n absurditeit, de goede bedoelingen, al z'n chaos van uit een hoger gezichtspunt.'
En Tsjechov, de arts en schrijver, stelde het zelf zo: "Ik ben bang voor mensen die tussen de regels een tendens zoeken en die mij met alle geweld als een conservatief of een liberaal willen zien." En: "Firma en etiket houd ik voor een vooroordeel. Mijn heiligdom is het menselijk lichaam, gezondheid, verstand, inspiratie, liefde, en de meest absolute vrijheid, vrijheid van geweld en leugen in welke vorm dan ook.'
"Dat personage van Ivanov fascineert me", stelt Johan Doesburg nu. bij zijn allereerste Tsjechov regie. "Dit stuk was Tsjechovs eersteling, niet z'n meest afgeronde, ingeklonken stuk. De depressieve, nihilistische kant van Ivanov boeide me. Mijn opvatting is dat hij gemangeld wordt door zijn omgeving, die kleine, geïsoleerde samenleving. Hij maakt fouten, dat zegt-ie zelf ook, maar hij heeft nog nooit gelogen. Hij was een idealist, heeft gestudeerd in Moskou, is daarna naar de polder gezonden om die idealen te realiseren en vervolgens worden die vermorzeld in het huiselijk-maatschappelijk geweld terwijl ook de liefde afneemt. Hij is iemand die op z'n twintigste wist hoe de boel in elkaar stak, maar dan is hij bijna veertig en hij zegt: 'Ik heb geen idee waar ik de energie vandaan moet halen om te leven...'
Tsjechov legt dat niet helemaal uit, laat ons gissen. Maar dat thema en de ruwheid van het stuk maken het fascinerend om vorm te geven."
Tikken
In de repetitieruimte (Guido de Moor-zaal) van Het Nationale Toneel zit Johan Doesburg achter de regietafel en tikt met een pen op het tafelblad terwijl de acteurs repeteren. "Instemming", legt hij uit, "bevestiging, niet om het ritme of tempo te versnellen of zoiets. Puur omdat we het ergens over gehad hebben, een moeilijk ding, een overgang, en dat klopt dan opeens. Zonder de acteurs te onderbreken wil ik aangeven dát het klopt. Alleen de acteurs die het betreft, weten waarom ik tik, de anderen niet. Het is als een krasje maken op de cd, mijn klopje blijft hangen." Het eerste bedrijf wordt gerepeteerd. Een scène met de bij de Ivanovs inwonende graaf en oom Sjabelski en Ivanovs vrouw, Anna Petrovna. Stefan de Walle en Marie Louise Stheins. Zij verwijt hem zijn kwaadaardigheid, zegt dat hij eigenlijk een rotzak, een schoft is. Eerst gaat het scherp, de woorden zoals ze er staan. Hard, verwijtend. Doesburg komt de scène op, praat, geeft subteksten aan, wil het warmer. Even later zitten de twee acteurs naast elkaar op de grond en alles is compleet anders. Dezelfde woorden, nu met een plagerigheid, iets van liefdevol begrip. Het gezelschap is in het stadium dat de dingen nog op hun plaats moet vallen. En de acteurs lijken in dat proces heel veel ruimte te krijgen van regisseur Doesburg. "Ogenschijnlijk", spreekt hij na afloop tegen. "Het uiteindelijke resultaat ligt bij mij helemaal vast. Welke kant we uitgaan, welke kleuren we aan elk tekstblokje geven. Ik kán dat natuurlijk allemaal meteen zeggen, maar ik laat ze zo lang mogelijk dingen vinden, om er vervolgens uit te halen wat ik wilde. Sommige mensen hebben behoefte aan een keurslijf, ik stel dat keurslijf zo lang mogelijk uit. Ik zie acteurs niet als computers die ik bedien. Je kiest je acteurs, dan moet het een groep worden en dat is al een heel ingewikkeld proces want de helft van de mensen kent elkaar niet. Dat is fase één. En we zijn eerst twee weken lang aan het improviseren gegaan, zonder naar de tekst te kijken. Daar komen ideeën boven water. Op basis daarvan
zijn de personages gecreëerd. Dries Vanhegen als de rentmeester Borkin zette meteen vijf stoelen boven op elkaar en hijzelf daar bovenop. Met een geweer. Als een soort strijder uit Irak. 'Ja, dat vertelt iets over jouw ambities', heb ik 'm toen gezegd, 'zo wil ik 't graag zien. Want die Borkin is eigenlijk een soort boer, met een diepe verbondenheid met dat landgoed en de figuur van Ivanov'."
In die repetitieruimte staat een vreemde verzameling instrumenten. Een oude piano, een celesta, een harmonium. Maar ook een speelgoedpianootje en een reeks fantasie-instrumenten waarvan een enorm rek met lege wodkaflessen die door een motor aan het trillen worden gebracht het bizarste is. De 'uitvinder' ervan is musicus Harry de Wit, die eerder onder meer een compleet nieuw instrumentarium bedacht voor het Kurt Schwitters-programma van Antoinette Jelgersma. "Hij is de Gerauschmacher, componist, koorleider en dirigent", omschrijft Doesburg, "en hij is dan ook zichtbaar op het toneel."
Wat er uiteindelijk van diens vindingen gebruikt wordt, staat nog niet vast. Maar het wordt een soort 'soundscape' voor Tsjechov. Doesburg: "Niet alle scènes zijn ondertiteld met geluid, of ruis, of gewoon een toon en die vallen dan extra op omdat ze elders wél zitten. Er is op een enkel themaatje na geen melodie, er zijn tonen, kerkklokken die me in Rusland brengen. Niet anekdotisch, maar qua sfeer. Soms is het de melancholie die de hersenpan van Ivanov openduwt. Ik laat het stuk zelfs beginnen met de acteurs die op een rij met z'n allen in een soort orkestbakje staan. Met instrumenten van triangel tot trommeltje. Het ziet er even uit als een schilderijtje. Een gesloten, hechte, gezellige gemeenschap. Want er gaat toch niets boven samen muziek maken?"
Thema's
De gemeenschap, de groep, en het individu. Thema's die Doesburg intrigeren in 'Ivanov': "Tsjechov hield zich niet bezig met politiek. Maar hij laat een samenleving zien die anno nu inzicht biedt in ons eigen handelen. Wij zitten ook vol morele praatjes, hebben overal een mening over en handelen niet conform. De hypocrisie van de groep in dit stuk vind ik verbijsterend. Onder alle teksten smeult agressie, jalousie de métier, lust, en af en toe barst dat uit z'n culturele voegen. De mores van de groep wint het van het individu. De vraag is steeds: wie is de buitenstaander in het stuk en wie is ziek? Ivanovs vrouw heeft tbc, maar Ivanov zelf is misschien mentaal ziek. Wie is de Fremdkörper in die samenleving? Anna Petrovna die een jodin is en die haar afkomst heeft moeten verloochenen toen ze met Ivanov trouwde? Of Ivanov die door z'n intelligentie net effe afwijkt van de anderen? Uit pragmatische overwegingen vindt de groep hem geweldig. Als ze beter van hem kunnen worden, als ze geld kunnen lenen. Maar op het moment dat de kraan stopt, de bron op dreigt te raken, laat men hem vallen."
"Nog een thema dat bij mij regelmatig terugkeert: de slachtoffer-beul situatie en de omkering ervan. Het lijkt alsof Ivanov de beul is ten aanzien van zijn vrouw, hij beledigt haar aan het slot vreselijk. Maar ook die vrouw is vanuit haar ziekte onredelijk, er is geen gesprek meer mogelijk, de mening van de groep wordt door haar mond geventileerd. Dit is een samenleving waar een hek om zit. Een snelkookpan waarin iedereen elkaar bekijkt. Je doet Tsjechov uiteraard zeer tekort met dat woord, maar het heeft een herkenbaarheid als een familie-soap. Met a die op b valt, b weer op c en c op a. Psychologisch-realistisch, maar ook kluchtig-komedieachtig, die ingrediënten zitten er allemaal in. Het is niet één streep helderheid bij Tsjechov. Ik laat Mark Rietman als Ivanov zijn monologue interieur zeggen tegen de bediende met de samovar (Bob Schwarze). Staat niet zo voorgeschreven, maar het heeft iets tragi-komisch. Je diepste zieleroerselen kwijt moeten aan de dienstbode. Daar zit die eenzaamheid. Ivanov vlucht, naar het witte vlindertje bij de buren, Sasja. Zijn vriend Lebedjev is aan de drank, Ivanov kan niet tegen drank. 'Daar word ik misselijk van', zegt hij, 'en slechte gedichten schrijven wil ik ook niet'." Johan Doesburg lacht sardonisch: "Ja, wat moet je dan als intellectueel? Niet kunnen zuipen en geen behoefte slechte gedichten te schrijven. Tegenwoordig zou je zeggen: neem een prozacje."
Haagse Courant, Bert Jansma, 29 oktober 2004
Mark Rietman speelt gevoelige Ivanov
Deze maand gaat Ivanov bij het Nationale Toneel in première. In de eerste Tsjechov van regisseur Johan Doesburg vertolkt Mark Rietman (o.m. Strange Interlude, Oud Geld) de titelrol. Tijdens het repetitieproces grijpt hij alles aan om zijn karakter te doorgronden. Verslag van de zoektocht naar een personage.
"Het is alsof ik me vertild heb. Gymnasium, de universiteit, toen de bedrijfsvoering, scholen, projecten. (...) Als we twintig zijn, zijn we al helden, lopen we tegen de dertig dan zijn we oververmoeid."
Hier spreekt een gesjeesde dotcom-jongen die afstevent op zijn eerste burn-out, denk je in eerste instantie. De auteur van deze woorden is echter al honderd jaar dood. De Rus Anton Tsjechov (1860-1904) had een meesterlijk oog voor menselijke drijfveren en zwaktes. Hij schreef de tragikomedie Ivanov -naar later bleek één van zijn beste stukken- in 1887. Tot op de dag van vandaag roept de titelpersoon vragen op. Wat is er in hemelsnaam met die man aan de hand?
"De tekst is daar niet expliciet over," zegt protagonist Mark Rietman. "Ivanov is depressief, maar naar de reden moet je gissen. Heeft hij een midlifecrisis of heeft hij een geliefd iemand verloren? Ooit was hij energiek en succesvol, maar wat is de oorzaak van de omslag?"
Zonder filters
De repetities voor Ivanov zijn een paar weken aan de gang. De fase van onderzoek is nog niet afgesloten, in gesprek met Rietman is dat duidelijk te merken. Hij vraagt en wikt en weegt, vergelijkt, praat in halve zinnen, denkt hardop en spreekt zichzelf tegen. Wat dat betreft begint hij al behoorlijk op z'n personage lijken. "Ja, dat vind ik het knappe van Tsjechov. Hij laat Ivanov een hele verhandeling over zichzelf houden en dan denk je: ja, zo zit het. Maar dan zegt Ivanov aan het eind: ‘Hoewel, misschien zit het toch anders in elkaar.' In deze tijd willen we alles duiden. Ivanov wilde dat ook. Hij blijft zich maar dingen afvragen, maar komt er niet uit. Ook de personages om hem heen zijn door Tsjechov mooi getekend. Borkin, de beheerder van Ivanov's landgoed, pakt de problemen op een ondernemersmanier aan. Ivanov blijft maar denken en zoeken. Het is een raadsel hoe het hoofd in elkaar zit. Ivanov is een gevoelig man, die net als Van Gogh geen filters heeft. Nou, probeer je dan maar eens staande te houden. Hij heeft geen mechanisme om met die gevoeligheid om te gaan." Na een overpeinzing: "Misschien had Tsjechov hem een creatief talent moeten geven, het kunstenaarschap is een prachtige manier om uiting te geven aan je emoties. Hitchcock riep altijd: ‘Als ik geen films had kunnen maken, was ik zelf moordenaar geworden.' Maar Ivanov gaat niet schilderen of boetseren..."
Regisseursoog
Mark Rietman speelde in tv-series (o.a. Pleidooi, Oud Geld, Wilhelmina), films (Familie) en hij staat op het toneel. Zijn optreden in Strange Interlude vorig seizoen bij het Nationale Toneel leverde hem een nominatie voor de Louis d'Or op. De samenwerking met regisseur Johan Doesburg is hem goed bevallen. "Toen Johan me vroeg of ik Ivanov wilde spelen, heb ik direct ja gezegd. Ik kende het stuk al uit 1995 toen ik een kleine rol speelde in de Ivanov van Toneelgroep Amsterdam. Toen vond ik het al een prachtig stuk, de tocht van die man is zo goed beschreven. De aanpak van Johan Doesburg vind ik heel prettig, die is speels. Dit is een groot stuk met veertien acteurs, om het onderwerp beter te leren kennen zijn we er ‘omheen gaan improviseren'. Dan krijg je bijvoorbeeld de opdracht om de ergste nachtmerrie van je personage te spelen of zijn grootste wensdroom. Zo verzamelen we indrukken en beelden die mogelijk in de uiteindelijke versie terechtkomen. Johan rommelt graag met stereotype beelden. Hij gaat altijd op zoek naar de onverwachte kant van een personage, de kant die niet te beredeneren is."
Naast acteur is Rietman ook regisseur. Kan hij zich als acteur beperken tot zijn eigen spel? "De afwisseling van acteren en regisseren bevalt me goed. Ik ben niet zo'n speeldier, het hele proces interesseert me." Lacht en zegt: "Soms heb ik even een conflictje met Johan en kijk ik teveel met een regisseursoog. Dan vraagt Johan: ‘Doe hier eens een dansje' en dan denk ik: Ivanov is helemaal geen danser." en doe het dan toch.
Mentaal gereedschap
En zo zijn we weer terug bij de psychologie van zijn personage, dat is toch hetgeen Rietman op dit moment het meeste bezighoudt. "Goed, de man is depressief. Maar hoe speel je dat? Depressie heeft vele kleuren. De maatschappelijke context, een geïsoleerde landbouwgemeenschap in het Rusland van ruim honderd jaar geleden, zal ook meespelen. Hij is een ambitieuze jongen die teleurgesteld is, maar geen mentaal gereedschap heeft om daar mee om te gaan. Wat dat betreft lijkt hij wel wat op Kiet, de rol die ik in de tv-serie Oud Geld speelde. Die man was een beetje autistisch, had ook moeite met het leven. Als het hem te veel werd, ging hij in zijn auto zitten, met zijn ogen dicht. Beide zijn kinderlijke mannen. Ivanov probeert zijn onschuld terug te vinden door verliefd te worden op de jonge Sasja, maar tevergeefs. Als Ivanov roept ‘In mij is de jeugd ontwaakt, de oude Ivanov begint weer te spreken!' denk je even dat het goed komt, maar dan beneemt hij zich van het leven."
Uitpost, Caroline Ludwig, 16 september 2004